10 stappen om talenten beter te laten renderen

Bron: interview Luc Derijcke, academisch verantwoordelijke vakgebied Mens & Organisatie van de Universiteit Antwerpen Management School (UAMS) , UNIZO.

1. Waardering is belangrijker dan gedrag

Natuurlijk kan je van een lomperik géén superbegaafde medewerker maken, maar soms sluimert er in een ogenschijnlijk minder vaardige arbeider of bediende (m/v) toch veel talent. Inzet en motivatie van je medewerkers hangen in hoge mate af van de manier waarop je dagelijks met ze omgaat, en hun gedrag is eigenlijk van bijkomend belang. De Engelse auteur George Bernard Shaw formuleerde het treffend in het toneelstuk ‘Pygmalion’: “Het verschil tussen een dame en een bloemenmeisje schuilt niet in haar gedragingen, wél in de wijze waarop je ze behandelt”. Door je teamleden aandacht, steun en eventueel verantwoordelijkheid te geven, voelen ze zich een nuttige of zelfs onmisbare schakel in het raderwerk van jouw bedrijf. Je hebt werknemers die gewoon bij de pakken blijven zitten, anderen die echt het voortouw nemen. Beide categorieën zijn waardevol, als jij ze maar boeit en bindt. Medewerkers gedijen en presteren pas als ze ervaren dat hun talent gewaardeerd wordt en dat ze kansen krijgen om te tonen wat ze in hun mars hebben.

2. Schakel de automatische piloot uit

De meeste mensen, ongetwijfeld ook het merendeel van jouw personeel, nestelen zich van nature in de ‘comfortzone’. Daar klampen ze zich vast aan zekerheden en zijn ze gerust, maar zijn ze niet echt geneigd hun horizon te verruimen, om te veranderen of te vernieuwen. Bij gebrek aan motivatie schakelen ze over op de automatische piloot, op routine. Ga daarom regelmatig na of de job en de werkplek nog wel kloppen met de wensen en talenten van jouw mensen. Haal ze uit de ‘comfortzone’, uit de gelatenheid. Confronteer ze met nieuwe mogelijkheden of technieken. Akkoord, oudere medewerkers mogen dan al enige moeite hebben met nieuwe ontwikkelingen als informatica en telecom, om bij te blijven en mee te roeien op het tij van jouw onderneming kunnen ook zij maar beter nieuwe dingen uitproberen of de handen uit de mouwen steken. Jij moet ze hélpen om die stap te durven zetten door ze van hun comfortsituatie in de ‘stretchingzone’ te brengen en de zaken creatiever aanpakken. Zo kan je het er bijvoorbeeld op wagen een interne medewerker mee op klantenbezoek te nemen. Of je receptioniste schoorvoetend enige boekhoudkundige taken te laten opknappen.

3. Loop niet té hard van stapel

‘Stretchen’ is een term uit de sport- en fitnesswereld. De spieren losgooien, bewegen, rekken. Vertaald in personeelsbeleid wordt dat: zorg voor de nodige veerkracht bij uw medewerkers, hou de rek erin, maak ze flexibeler. Akkoord, ze hoeven niet te berusten in hun lot, maar verval ook niet in het andere uiterste door ze al te zeer en te snel onder te dompelen in een voor hen minder vertrouwde omgeving en ze met te véél verantwoordelijkheden op te zadelen. Dan belanden ze in een echt gevarengebied, de ‘stresszone’, en functioneren ze nog nauwelijks.

4. Van ‘stretching’ wordt iederéén beter

Mensen helpen ‘stretchen’ betekent dat je ze uit de passiviteit haalt en verstarring vermijdt. Uren aan een stuk de vloer vegen en dweilen onder het waakzame oog van de baas zet allicht weinig zoden aan de dijk. Je medewerkers kunnen wel ontzettend veel aan als ze begrijpen waar hun werk goed voor is en plezier scheppen in de job. Het mag niet te saai, te eentonig worden. ‘Stretchen’ doe je omzichtig en geleidelijk, niet te overhaast, dan groéien  mensen gaandeweg en ontwikkelen ze hun talent, zijn ze minder kwetsbaar. En ook jij bent dan als ondernemer beter gewapend. Want een dynamisch bedrijf evolueert continu omdat technologie en omgeving, producten en diensten constant veranderen. De behoefte aan ‘rekbare’ medewerkers is dus groot. ‘Stretchen’ moet evenwel met mate. Mits een goeie motivatie willen jouw mensen gerust een tijdje het vuur uit de sloffen lopen, maar ze doen dat niet eindeloos.. Ligt de lat te hoog, dan worden ze apathisch of raken gestresseerd. Maar redelijke doelstellingen spreken hun gevoel van verantwoordelijkheid wél aan en prikkelen tot presteren.

5. Vooral trekken, desnoods duwen

Wie met personeel werkt, hoort het verschil te kennen tussen wat deskundige Luc Derijcke omschrijft als ‘to pull’ en ‘to push’. ‘Pull’, trekken, staat voor het losweken van talent en vaardigheden, afspraken maken, informeren, helpen. ‘Pushen’ doe je pas als het echt moet. Een medewerker die nodeloos zijn gal uitbraakt tegen een klant of geld uit de kassa steelt, moét je terechtwijzen. Uit je ontevredenheid dan zo diplomatisch mogelijk, heb begrip voor de context van het foute gedrag, maak een opmerking als iemand zijn ‘deadlines’ niet respecteert, grijp in.

6. Prààt met je medewerkers

Om te voorkomen dat je medewerkers over de schreef gaan, maak je uiteraard duidelijke afspraken, zodat ze weten wat van hen verwacht wordt, wat door de beugel kan en wat nièt, welke zaken jij op prijs stelt. Informeer je mensen tijdig en zo volledig mogelijk over belangrijke projecten en doelen, leer ze stapsgewijs mee beslissen en betrek ze bij zoveel mogelijk zaken. Maak regelmatig samen met hen de balans op. Luc Derijcke: “Omgaan met je personeel is zoals werken in de tuin. Een goeie tuinier dwíngt zijn planten niet, maar vraagt zich af in welke grond ze het best gedijen, of ze beter in de zon dan wel in de schaduw tot hun recht komen. De ene plant moet je almaar snoeien, de andere soms met een stok ondersteunen. Een echte tuinman (m/v) prààt tegen zijn planten omdat hij bezorgd is. Pak je personeel op dezelfde manier aan. Mensen zijn net als planten: sommige groeien snel, anderen vragen veel meer geduld. Leg uit hoe de vork aan de steel zit, stel vragen, overleg regelmatig. Omzichtigheid màg, maar je kan niet tot in het oneindige geduld oefenen,  of op de duur met je voeten laten spelen”.

7. Een schouderklopje doet deugd

Een persoonlijk compliment op het juiste moment doet vaak wonderen. De medewerker in kwestie is in de wolken en kan zichzelf overtreffen. En mensen die een bedankje of een aansporing krijgen, zijn geneigd ook zelf complimenten te geven. Aanmoedigen moet individueel gebeuren, niet in het bijzijn van een heleboel collega’s. Geef gerust een schouderklopje, een attentie aan bijvoorbeeld iemand die er in zijn opdracht het meest op vooruitgaat, en dat kàn zelfs de ‘lompste van de klas’ zijn. Geef na het keurig voltooien van een job blijk van jouw waardering, maar overstélp hem of haar niet met lof.

8. Liever belonen dan bestraffen

Medewerkers belonen hoeft niet per se met een hoger salaris of met een flinke bonus. Een rechtvaardig loon hoort er uiteraard bij, maar er zijn ook andere , niet-materiële middelen om mensen te motiveren: persoonlijke aandacht, waardering, informatie, aanmoediging, groeikansen, erkenning, verantwoordelijkheid. Liever preventief dan repressief optreden, beter belonen dan bestraffen. Mensen zijn creatiever en presteren beter in een klimaat waarin ze zich veilig voelen, in een positieve situatie. Maar je mag en moét kritisch zijn. Af en toe je medewerkers tot de orde roepen dwingt respect af.

9. Stuur eventueel bij

Kijk je medewerkers niet permanent op de vingers, maar gun ze ademruimte en sta toe dat ze fouten maken. Maak een medewerker die het volgens jou verkeerd aanpakt of minder goed presteert op een constructieve manier, duidelijk wat beter of anders zou moeten. En ga samen met hem op zoek naar de oorzaken van problemen of fouten. Zo kunnen familiale moeilijkheden hun weerslag hebben op werkprestaties: iemand die altijd stipt en zelfs fluitend aan zijn dagtaak begon, komt nu steevast te laat en vertrekt te vroeg. Overloop samen de feiten: “Ik zie dat je er met je hoofd niet bij bent en dat er wat misloopt, ook met je werk”. Toon je bezorgdheid. En zeg wat jij van je medewerker verwacht zonder te snel het vermanende vingertje op te steken of te blijven doordrammen over het probleem. Want de oplossing telt, en die moet JIJ aanreiken.

10. Neem waardig afscheid

Je kan niet eindeloos geduld hebben met mensen die niet voldoende beantwoorden aan je verwachtingen. Maakt één van uw medewerkers het al te gortig en blijkt er geen land mee te bezeilen, dan mag en moèt je hem de laan uitsturen. Werknemers mogen nooit verrast zijn als ze ontslagen worden. Gaat het de onderneming niet voor de wind en blijven de klanten weg, dan mérken ze dat. Als ze zelf iets mispeuterd hebben, weten ze uiteraard van wanten. En legden ze te weinig inzet aan de dag, ook dàn beseffen ze daar de gevolgen van. Medewerkers die volop kansen kregen en die je veelvuldig probeerde bij te sturen, maar zich gewoon niet kunnen of willen inpassen in het team en jouw raad én waarschuwingen in de wind slaan, van hen neem je best afscheid. Beëindig de samenwerking op een waardige en correcte manier.

Deel dit artikel